De Tarot zit zo ingenieus in elkaar dat je elke spirituele, filosofische, occulte, psychologische of zelfs wetenschappelijke stroming erop kunt plotten. Het ligt er maar net aan waar jij de focus op legt. Wat je wilt zien, kun je zien in de Tarot. Dat zorgt ervoor dat je nooit uitgeleerd raakt en je je geest flink kan oprekken. Je verandert keer op keer van inzicht naar mate je meer kennis op doet. Op dit moment staat mijn neus wel heel erg naar de kant van het humanisme en de klassieke levenskunst waarin de eerdergenoemde haar oorsprong heeft. Maar ook alle hedendaagse spirituele en new age bewegingen vinden haar oorsprong bij de oude grieken (o.a. Plato) en dat geldt ook voor het christendom (de laatste heeft ook meer gemeen met de Tarot dan men op het eerste gezicht denkt, maar dat is weer een ander projectje).
Alhoewel er verschillen zijn in standpunten, hebben alle klassieke levenskunst stromingen met elkaar (en naar mijn mening ook met de Tarot) gemeen dat de nadruk ligt op autonomie, autarkie, zelfbeheersing en de “zorg voor jezelf” als mens als belangrijkste goed gezien werden.
Plato heeft een grote invloed gehad op bijna alle vormen van westerse spiritualiteit (inclusief occultisme, christendom); Het bestaan van een transcendente, bovennatuurlijke wereld en het in staat zijn je los te maken van je lichaam en samen te smelten met de “ziel” heeft natuurlijk een aantrekkingskracht op veel mensen gehad (en dit is eigenlijk nooit veranderd). Het christendom heeft vanaf de 3e eeuw na Christus veel elementen van de klassieke filosofie ingelijfd (vooral die van Plato en de Stoa) maar zijn vervolgens een totaal andere weg ingeslagen. Het doel van het christendom was om mensen ertoe te brengen dat ze zich zo gedragen dat ze op god lijken (leven naar god’s wil) en zo hun ziel kunnen verenigen met god. Om dit te kunnen realiseren zijn de aanbevelingen van de klassieke filosofen zo verdraaid dat ze tegengesteld werden aan wat de oude denkers probeerden over te brengen.
Zo veranderde het “zorgen
voor jezelf” in een gewetensonderzoek waarbij je jezelf moest straffen voor je
fouten en moest leren nederig te zijn. Liefde voor jezelf werd op die manier
een taboe (alleen god kon jou immers vergeven). Het sober proberen te leven –
zodat je jezelf niet kwijt zou raken – veranderde in lichamelijke onthouding en
het uitdoven van hartstocht. Als klap op de vuurpijl introduceerde het
christendom een nieuw element, namelijk het afstand nemen van de eigen wil. Om
nederig te worden moest je leren om niks te willen en de zorg voor jezelf uit
handen te geven (aan een pastoor of priester). Daarmee werd autonomie en
autarkie ook de das om gedaan en werd het christendom een levenskunst van
zelfverloochening.
Naast het christendom pleitten ook Plato en Aristoteles voor een “spiritueel” leven. Hoe kan het dat alle ideeën van de klassieke filosofen zo lang naar de achtergrond zijn verdrongen terwijl het christendom tot op de dag van vandaag miljoenen mensen kan bekeren?
Volgens Luc Ferry komt dit omdat het christendom erin is geslaagd het vage ongrijpbare begrip “logos” voor te stellen als een persoon (god de vader, onze lieve heer) die aandacht voor je heeft en van je houdt zoals een vader van zijn kind houdt. Deze vader houdt van al zijn kinderen evenveel, dus iedereen is gelijk. Verder was het eeuwige leven (het opstaan uit de dood of zitten aan de troon van god) dat door de christenen werd beloofd ook aantrekkelijk; Veel mensen verkiezen onsterfelijkheid boven bijvoorbeeld het samensmelten met de kosmos (en poef! Weg!) van de Stoa.