Tarotkaart De Kluizenaar en de ‘Aleister Crowley’ van de Filosofen

Een standbeeld van de Filosoof Diogenes van Sinope en Tarotkaart De Kluizenaar uit het Rider-Waite-Smith deck.

Tarotkaart ‘De Kluizenaar’ of ‘De Heremiet’ was mijn ‘lievelingskaart’ toen ik jong was en voor het eerst begon met het leren van de Tarot. Ik stelde mij voor dat – als ik later oud was – ik in een superschattig klein huisje in het bos/op de hei/op een berg woonde en dat iedereen mij zou zien als een mooie oude en wijze vrouw. Ik zou alle mensen helpen en voorzien van (goed) advies.

Helaas ben ik met het verstrijken van de jaren meer veranderd in een Moerasheks en heb ik ook geen schattig huisje in de bergen. Maar hier gaat deze post niet over. Het gaat over Tarotkaart De Kluizenaar – of Heremiet en de vergelijking met de Griekse Filosoof Diogenes. Het is Antoine Court de Gebéllin die deze vergelijking maakt in zijn beschrijving van deze Tarotkaart (in zijn essay over de Tarot dat in deel 8 van zijn boek ‘Le Monde Primitif‘ verscheen). En het is super interessant!

De Kluizenaar van Gébellin

“Nummer IX stelt een waardige filosoof voor in een lange jas, een kap op zijn schouders: hij gaat gebogen op zijn stok, met een lantaarn in zijn linkerhand. Het is de wijze die gerechtigheid en deugd zoekt.

Men stelt zich dus, op basis van dit Egyptische schilderij, het verhaal voor van Diogenes die met lantaarn in de hand een man zoekt in volle middag.

De geestige opmerkingen, betweterige epigrammen, zijn van elke eeuw: en Diogenes was de man die deze scène opvoerde. Kaartenmakers maakten hier een wijze kluizenaar van. Het is vrij goed bedacht: filosofen leven in vrijwillige afzondering van degenen die niet gezuiverd zijn van de frivoliteit van de tijd. Heraclitus ging in de ogen van zijn geliefde Concitoyens door voor krankzinnig: Het lijkt bijna de enige optie om naar het Oosten te gaan wanneer je je wilt overgeven aan speculatieve of hermetische wetenschappen. De Egyptische kluizenaars kunnen zich in dit opzicht niet meten met de Indiërs en met hen in de tempels van Siam. Ze (de Egyptische kluizenaars) waren of zijn allemaal druïden”

Antoine Court de Gébellin
Tarotkaart De Kluizenaar uit 'Le Monde Primitif' van Antoine Court de Gebéllin

De tekst is een beetje vaag (want : oud en ook letterlijk vertaald). Maar Gebéllin beschrijft de kluizenaar dus ‘als een wijze die gerechtigheid en deugd zoekt’. Blijkbaar was Diogenes zo iemand. Maar wie was Diogenes en wat bedoelt Gebéllin met ‘geestige opmerkingen’ en ‘betweterige epigrammen’? Ik ging op zoek naar meer informatie over deze filosoof en inderdaad snapte ik toen waarom Gébellin deze vergelijking maakte.

Diogenes van Sinope

Diogenes werd in 412 voor christus geboren in Sinope, een plaatsje aan de Zwarte Zee in het hedendaags Turkije. Hij kwam uit een ‘rijke’ familie: zijn vader was bankier en hij was zelf ook bezig in zijn vaders voetsporen te treden. Volgens de overlevering zijn zowel Diogenes als zijn vader uit Sinope verbannen nadat Diogenes vals geld had gemaakt. Volgens Diogenes had hij dit gedaan nadat hij in een visioen een boodschap van de goden had gekregen om de gangbare munten waardeloos te maken en hiermee te laten zien dat de natuur sterker is dan ‘beschaving’. Diogenes kwam in Athene terecht en had zichzelf als doel gesteld mensen te laten inzien hoe belachelijk en nutteloos hun ridicule regeltjes en sociale conventies waren. In Athene sloot hij zich aan bij de filosofische school van Antisthenes, een filosoof die als leerling van Socrates (‘Ken jezelf‘) een eigen school stichtte en vooral populair werd bij het ‘armere’ deel van de bevolking door de eenvoud van zijn levensstijl en zijn leer. Die bestond kort samengevat uit het dichter bij de natuur leven en zelf nadenken wat ‘goed’ is in plaats van ‘gebonden’ zijn aan opgelegde culturele normen en waarden. De mens hoort ‘vrij’ te leven en niet als een ‘slaaf’ van conventies. Deze leer werd later bekend als ‘Het Cynisme’.

Diogenes sloeg echter wel een klein beetje door; Hij ontdeed hij zich van alle bezittingen en sliep in een grote oude wijnkruik. Hij ging erg ver in het shockeren en provoceren van mensen. Zo plaste hij op straat (soms tegen mensen aan), liet harde scheten op drukke plekken en masturbeerde in het openbaar. Dit leverde hem al snel de bijnaam ‘de hond’ op. Hij hield zich op in de stad en observeerde de drukte en de ‘nutteloze’ bezigheden van mensen. Hij deed veel ‘gekke’ dingen met als doel om mensen te laten inzien hoe hypocriet ze waren. Zo bedelde hij bijvoorbeeld bij standbeelden. Als men dan vroeg waarom hij dit deed antwoordde hij: ‘omdat ik dan vast kan oefenen in het afgewezen worden‘. Ook had hij de gewoonte om achteruit te lopen of expres tegen een stroom mensen in te lopen.

Zijn favoriet was om op klaarlichte dag met een ontstoken lantaarn door de stad te lopen en te doen alsof hij iets aan het zoeken was. Op de vraag wat hij zocht was zijn antwoord dan ‘Ik ben op zoek naar een (eerlijk / echt) mens‘.

Maar het allerleukste vond Diogenes toch om de spot drijven met de ‘serieuze’ filosofen in hun dure academies, met name met stadsgenoot Plato (‘Stijg op naar het goede‘). Het verhaal gaat dat Plato een definitie had gemaakt van ‘de mens’. Deze luidde: ‘De mens is Een tweevoetig dier zonder veren‘. Diogenes heeft toen een kip de veren uitgetrokken en is ermee naar de academie gegaan met de woorden: ‘Zie hier de Mens van Plato!’ Plato was natuurlijk niet blij en noemde hem vanaf dat moment ‘De Socrates die zijn verstand heeft verloren

Ook is Diogenes de geschiedenis ingegaan als enige persoon die het overleefd heeft om Alexander de Grote te beledigen; Volgens het verhaal was Alexander de Grote nieuwsgierig naar de maffe filosoof. Hij zocht hem op om hem uit te dagen. Alexander vroeg Diogenes wat hij wilde hebben en dat hij alles kon krijgen wat hij wilde. Hierop antwoordde Diogenes dat – als hij toch alles kon krijgen – hij graag wilde dat Alexander een stapje opzij zou doen omdat hij in z’n zon stond….. In plaats van boos te worden moest Alexander de Grote lachen. Hij antwoordde: “Als ik Alexander niet was, zou ik Diogenes willen zijn“. Diogenes zei daarop: “Als ik Diogenes niet was, zou ik ook Diogenes willen zijn

Diogenes en Alexander de Grote van Gaetano Gandolfi 1792
Diogenes en Alexander de Grote van Gaetano Gandolfi 1792

Diogenes stierf in 365 voor christus. De consensus is dat Diogenes niet ‘zijn verstand verloren had’ maar juist erg scherp en intelligent was. Zijn schijnbare onbezonnenheid was een masker waarachter een diepgaande kennis van de (menselijke) natuur schuilging, en met zijn uitgesproken levensstijl kaartte hij op een provocatieve manier de kwalen van zijn tijd aan. Hij was denk ik gewoon een beetje ‘de Aleister Crowley’ van de filosofen. Zelfs de inscriptie op zijn grafsteen was ‘grappig’, het was namelijk een verzoek aan Charon (de veerman van de onderwereld):

Al is je afschrikwekkende boot volgeladen met doden, neem de hond Diogenes aan boord. Ik heb geen bagage, enkel een oliefles, een knapzak, mijn armzalige mantel en de obool waarmee doden hun overtocht betalen. Zoveel als ik in mijn leven bezat, draag ik met me mee naar de onderwereld, niets heb ik in de wereld achtergelaten.’

Het Cynisme, honden, lantarens en ‘Less is More’

Diogenes leverde liever als armoedzaaier zijn kritiek op de wereld, dan zich aan te passen en te moeten leven in een door geld afgestompte maatschappij. Alhoewel hij niet heel geliefd was bij een groot deel van de mensen, had men wel een fascinatie – en ook respect – voor hem en groeide de aanhangers van ‘het Cynisme’.

Cynisten werden ‘honden’ genoemd en gingen dit als een Geuzennaam gebruiken; Ze ondernamen ludieke acties van het blaffen naar ‘kapitalistische’ en/of ‘hersenloze’ mensen tot aan het snuffelen aan hun tenen. De Hond is op die manier een symbool van ‘vrij’ leven; Beter een zwerfhond zijn die in vrijheid leeft dan een gekooid of geteugeld ‘luxe’ dier. De lantaarn was het symbool van zoeken naar wijsheid, integriteit en authenciteit, iets dat volgens cynisten moeilijk te vinden is in de mens…

Diogenes in het Wijnvat, schilderij van Jean-Léon Gérome 1860
Diogenes in het Wijnvat, met lantaarn en honden schilderij van Jean-Léon Gérome 1860

Het Cynisme is dus van oorsprong cultuur- en maatschappijkritisch en ook gericht op vrijheid, gelijkheid een eenvoud. Ze keerde zich tegen hebzucht (de ‘graai-cultuur’ zoals we het nu zouden noemen) en tegen de ‘voor wat hoort wat’ of ‘what’s in it for me’ mentaliteit. De Cynisten waren ook de allereersten die zich ‘zorgen’ maakten over de schade die het op grote schaal produceren en consumeren van goederen veroorzaakt en de impact daarvan op het milieu en het welzijn van de mensen op aarde. Ze waren eigenlijk de ‘Extinction Rebellion‘ van de Antieke tijd 🙂

In de loop van de eeuwen heeft het woord ‘cynisch’ een ‘negatief’ imago gekregen. ‘Cynische’ mensen worden in onze maatschappij beschouwd als negatieve mensen en ‘zeurpieten’. Wanneer je een simpele zoekopdracht doet met ‘Cynisch + bedrijf’ dan zie je werkelijk 100 artikelen van HR mensen die het ‘giftige’ en ‘bedreigende’cynisme op de werkvloer willen uitbannen omdat cynische medewerkers een serieuze bedreiging vormen op de werkvloer.

Artikel over cynisme uit 2020
Management Today 2020

En natuurlijk is dat ook zo: binnen de corporate cultuur – waar iedereen zich omhoog wil werken en waar alles gericht is op de winsten die aan de aandeelhouders uitgekeerd kunnen worden – zijn cynisten een verstorende factor; Ze zijn net als Diogenes, dat wil zeggen: ze zijn niet onder de indruk van een functietitel, van nature achterdochtig ten opzichte van de ‘goede bedoelingen’ van de directie, ze zijn niet onder druk te zetten door te dreigen met ontslag en zijn niet ‘om te kopen’ door ze een salarisverhoging voor te houden. Cynisten zijn intrinsiek gemotiveerd en derhalve niet te ‘sturen’. Bovendien hebben ze de neiging om zich uit te spreken over (ieders) wangedrag en om opgelegde regels te negeren wanneer deze ‘nutteloos’ of ‘inhoudsloos’ zijn.

Ik zie in de Kluizenaar van de Tarot wel Diogenes. En misschien in de Dwaas wel de jonge Diogenes. Echter, we weten zeker dat Waite dit NIET zo ziet; Hij schrijft in zijn ‘Pictorial Key’ op blz. 52 letterlijk:

Tarotkaart 9 De Kluizenaar uit het Rider-Waite-Smith deck

…”Ik heb gezegd dat dit een kaart van verwezelijking is, en om dit idee uit te breiden, ziet men de figuur zijn baken omhoog houden op een grote hoogte. Daarom is de kluizenaar niet, zoals Court de Gébelin uitlegde, een wijs man op zoek naar waarheid en gerechtigheid; Hij is ook niet, zoals een latere uitleg suggereert, een bijzonder voorbeeld van ervaring…”

Arthur Edward Waite

Voor mij maakt het niet uit of Waite het wel of niet zo zag, ik ben niet zo snel onder de indruk van iemand en Waite had ook niet alle wijsheid in pacht 😉 Tot slot wil ik nog een mooi stukje delen dat wordt toegeschreven aan de Griekse schrijver Lucianus van Samosata (125 – 180 na christus) die een satirische dialoog heeft geschreven waarin een Cynist een ”rijke hebberd” toespreekt:

De god is als een goede gastheer: Hij stelt ons een verscheidenheid van vele soorten gerechten voor, zodat we hebben wat geschikt is voor ons – sommige dingen voor de gezonden, sommige voor de zieken, sommige voor de sterken, sommige voor de zwakken – niet zodat we allemaal alles kunnen gebruiken, maar zodat ieder van ons voor zichzelf kan gebruiken wat in ons domein valt, en,  van die dingen, wat we het meest nodig hebben.

‘Terwijl jij,’ vervolgt de cynicus, zich tot zijn gesprekspartner richtend,

Precies bent als een persoon die alles grijpt uit hebzucht en gebrek aan terughoudendheid. Je denkt dat het prima is om alles te gebruiken, inclusief goederen van overal en niet alleen wat je bij de hand hebt. Je denkt niet dat je eigen land en zee op zichzelf genoeg zijn, maar importeert je genoegens uit de hoeken van de wereld en geeft altijd de voorkeur aan wat vreemd is boven aan wat lokaal wordt geproduceerd, wat duur is boven aan wat goedkoop is, en wat moeilijk te verkrijgen is boven aan wat gemakkelijk te verkrijgen is … De vele kostbare goederen waarvan je denkt dat ze bevorderlijk zijn voor je geluk, en waarover je jubelt, worden alleen van jou door ellende en lijden. Dat goud waar u zo hard om bidt om het in handen te krijgen, het zilver, de dure huizen, de fijn op maat gemaakte kleding en alle uitrusting die bij deze dingen hoort: hoeveel kosten ze in moeilijkheden? Hoeveel in menselijke arbeid en gevaar, of liever, in menselijk bloed, dood en vernietiging? Veel mensen verdwalen op zee omwille van deze dingen en de mensen die ze gaan zoeken of vervaardigen lijden vreselijk.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.