Tijdens het zoeken naar wat de “oude” alchemisten over de elementen te vertellen hadden, kwam ik in boek 1 van Agrippa’s occulte filosofie een stukje tegen uit een gedicht van Publius Vergilius Maro, een beroemde Romeinse dichter die leefde van 70 to 19 voor christus. Erg mooi en erg van toepassing.
Blog
Een mooi gedicht over De Dood
Ik las pas een mooi gedicht dat precies past bij Tarot Kaart nummer XIII De Dood. Helaas heb ik niet onthouden wie het heeft geschreven dus ik kan dat er niet bij vermelden en ook niet zoeken of diegene nog meer mooie Tarot gedichten heeft gemaakt. Maar ik wil het zeker onthouden dus plaats ik het hier.
What if death were not a thief,
but rather, a set of wings
whose warm feathers could lovingly sweep us
into the place where souls find rest?
What if death were not a cruel blade,
cutting our lives from the vine?
What if death were a shelter, a place to preserve love
in the velvet expanse of its wings,
keeping it safe from life’s storms?
What if death were not a matter of decay,
but rather, a process of shifting energy, a soul’s journey
from its flesh-bone home to its new address in eternity’s embrace?
What if death did not taste like salty tears,
but rather, like the dew in a garden
where love and peace bloom
forever?
Tarot en Alchemie: een korte introductie
Als je aan Alchemie denkt, denk je meestal gelijk aan de 16e en 17e eeuw. Je ziet het beeld voor je van mannen die in het schijnsel van kaarslicht allerlei brouwsels hebben pruttelen waaruit ze proberen goud te maken. Vaak zat er ook nog een occult tintje aan. Je moet er eigenlijk een beetje om lachen. Tijdens deze experimenten zijn echter veel grote ontdekkingen gedaan! En inmiddels zijn we daadwerkelijk in staat om goud te maken uit andere grondstoffen (al is dit zo’n duur proces dat de kosten daarvan niet opwegen tegen het verkregen goud). Je zou kunnen stellen dat deze alchemisten de voorlopers waren van onze “moderne” wetenschappen (natuurkunde, scheikunde, medische wetenschappen).
De alchemisten uit de 16e en 17e eeuw waren niet alleen met materie bezig, spiritualiteit speelde een grote rol. Men mengde religieuze en psychologische beelden, wetenschappelijke experimenten en materie. Heinrich Cornelius Agrippa – alchemist, arts en occult filosoof die leefde van 1486 tot 1535 – stelde in 1 van zijn boeken over occulte filosofie dat er 3 vormen van filosofie bestaan te weten Natuur(kundige) filosofie, wiskundige filosofie en theologische filosofie. Men diende in al deze dingen uit te blinken wilde men een goede wetenschapper zijn. Sommige grote wetenschappers begonnen intuïtief en zochten er achteraf de harde bewijslast bij. Men kwam tot grote ontdekkingen over de binnenkant van de mens door analogieën te zoeken met dingen die ze buiten zichzelf zagen gebeuren, maar ook andersom. Een voorbeeld is Robert Fludd, die aan het begin van de 17e eeuw als eerste de bloedcirculatie van de mens op een juiste manier beschreef. Hij was op het idee gekomen omdat hij het menselijk hart vergeleek met de zon en het bloed met de planeten die om de zon draaiden. Hij vergeleek dus de macrokosmos (hemel) met de microkosmos (mens); “Zo Boven, Zo Beneden” zou je kunnen zeggen (of moet het zijn “Zo binnen, Zo buiten?)
Lees verder “Tarot en Alchemie: een korte introductie”