“Verwacht niet dat je de waarheid van anderen hoort, noch ziet, of in boeken leest. Zoek de waarheid in jezelf, niet zonder jezelf”
Pjotr Demjanovitsj Oespenski
Aan het begin van de cursus “Tarot & Jung” doe ik altijd een oefening waarbij de studenten één of meerdere tarotkaarten kiezen die ze ‘vervelend’, ‘moeilijk’, of ‘onsympathiek’ vinden. Alhoewel het natuurlijk per persoon verschilt, staat de Hogepriester steevast in de top 3 van onsympathieke kaarten (vaak samen met IV De Keizer en XII De Dood). Wanneer je dit op Jungiaanse wijze benadert, zou de verklaring kunnen zijn dat die antipathie niet van ons zelf is, maar van onze voorouders. Ze is in het collectief onbewuste terecht gekomen en dat is de reden dat wij erop een negatieve manier ‘op aanslaan’.
Zo is de Dood natuurlijk iets dat al teruggaat tot de oermens, een instinctief gevoel dat we het moeten vermijden en dat het gevaarlijk en eng is. De Duivel en de Hogepriester zijn kaarten die we over het algemeen minder sympathiek vinden doordat we meer dan 2000 jaar kerkgeschiedenis achter de rug hebben waarin we als collectief bang zijn gemaakt voor de Duivel. De Hogepriester doet ons denken aan de (Christelijke) geestelijken die veel macht hadden en ons in het gareel wilden laten lopen d.m.v. preken over hel en verdoemenis. Dogma’s, misbruik, mishandeling, straf, inquisitie… dit dragen wij – in het Westen in elk geval – allemaal mee in onze rugzak in het vakje ‘onbewust’. De behandeling die veel van onze voorouders hebben gekregen – met name vrouwen – is niet mooi! Ze zijn op zijn minst ernstig beperkt in hun vrijheid en ontwikkeling.
Lees verder “Tarotkaart V De Hogepriester: Sympathiek of niet?”