Een aantal jaren geleden wilde ik wat meer weten van andere ‘zienswijzen’ wat betreft Tarot. Ik had al veel geleerd over de Tarot van Waite-Smith, Aleister Crowley en de Golden Dawn in het algemeen. Dit waren de ‘bekende’ zienswijzen, maar er moesten nog honderden andere mensen zijn die iets hadden ‘nagelaten’ op het gebied van Tarot; Ik struinde op internet, zocht op you tube en woonde lezingen bij van (spirituele) verenigingen van diverse pluimage.
Zo kwam het dat ik online op een volledige Tarot cursus stuitte, geschreven in een ver vervlogen tijdperk, op een typemachine waarop de letter “W” het op een bepaald moment had begeven. Soms was de schrijver (waarschijnlijk) aan het “blind typen” geweest terwijl zijn vingers op de verkeerde letters stonden. Maar ondanks dit – en de archaïsche schrijfstijl – kon ik de tekst redelijk goed lezen en begrijpen en sprak ze mij ook enorm aan.

De cursus was geschreven door Paul Foster Case (1884 – 1954). Wikipedia vertelde mij dat hij oprichter was van “Builders of the Adytum” en een absolute autoriteit op het gebied van de Tarot was geweest. Hij had een aantal boeken op zijn naam staan en een eigen Tarot deck waarvan de kaarten door de cursist zelf ingekleurd moesten worden aan de hand van nauwkeurige instructies.
Alhoewel Paul Foster Case leefde gedurende de revival van het occultisme, de westerse esoterie en de toenemende interesse in de werking van de menselijke psyche (aan het einde van de 19e en begin 20e eeuw) en tijdgenoot was van Waite, Crowley en Jung, had ik nog nooit van hem gehoord. En hoe meer ik van zijn werk las, hoe raarder ik het vond dat hij niet in het rijtje “beroemde” Tarot schrijvers voorkwam. Dus ging ik op zoek naar de geschiedenis van Paul Foster Case. Het mysterie van zijn “onbekendheid” werd zodoende opgelost, maar zijn levensverhaal is nog veel en veel raarder!
Paul Foster Case werd in 1884 in Fairport (New York) geboren als zoon van een bibliothecaris en een lerares. Hij groeide dus letterlijk op tussen boeken en kon al lezen toen hij 3 jaar oud was. Zijn moeder onderwees hem al op jonge leeftijd in het Grieks, Latijn en muziek. Op zijn 9e werkte hij al als organist in de plaatselijke kerk waar zijn vader kerkvoogd was. Hierdoor vormde hij ook al vroeg een mening over de (hypocrisie) van de georganiseerde religie en kerkgenootschappen. Paul had echter wel interesse in het spirituele en door het werk van zijn vader in de bibliotheek had hij vrij toegang tot een groot aantal occulte boeken die hij dan ook verslond. Zijn vader die, fundamenteel christen was, keurde dit natuurlijk niet goed; In huize Case was het zelfs niet toegestaan om iets als ordinaire speelkaarten in huis te halen. Maar zoals het een tiener betaamt rebelleerde Paul tegen zijn vader en kocht niet alleen speelkaarten, maar leerde er ook trucjes mee te doen aan de hand van instructies uit diverse goochelboeken.
In de winter hield de familie Case vaak vakantie in Nassau (op de Bahama’s wat destijds West Indië heette en een Britse kolonie was). Daar kwam Paul in contact met “Obeah“, een Afrikaanse religie die door slaven uit Afrika naar de Caraïben was meegenomen. dit verrijkte zijn wereld en maakte dat hij al vroeg bewust omging met zogenaamde mystieke ervaringen. Zo kwam hij er op 9 jarige leeftijd achter dat hij bewust zijn dromen kon sturen en schreef prompt een brief aan de beroemde schrijver (en vrijmetselaar) Rudyard Kipling om meer informatie te krijgen. Kipling bevestigde dat deze ervaringen met de 4e dimensie “echt” waren en zo ontstond een briefwisseling die jaren zou duren en uitgroeide tot een vriendschap.

Maar er zouden nog meer bijzondere ontmoetingen volgen; Als 16 jarige had Paul inmiddels succes vergaard met zijn goocheltrucs met speelkaarten. Hij trad vaak op tijdens lokale evenementen en op kermissen. Tijdens 1 van zijn optredens ontmoette hij in de coulissen architect en schrijver (en occultist) Claude Fayette Bragdon die ook in de buurt woonde. Ook Bragdon was goed met kaarten en ze wisselden trucs uit. Op een gegeven moment vroeg Bragdon aan Paul: “Waar denk je dat de speelkaarten oorspronkelijk vandaan komen?”
Deze vraag sloeg in als een bom bij de jonge Case; Na afloop van het optreden kamde hij alle locale bibliotheken uit om boeken te vinden over de geschiedenis van de speelkaarten. Er was weinig beschikbaar maar uiteindelijk vond hij een 17e eeuwse tekst van de Rozenkruisers waarin werd uitgelegd dat de Tarot een oud esoterisch systeem was dat “Het Spel van de Mens” werd genoemd. Vanaf dat moment besteedde Paul al zijn tijd aan het bestuderen van Tarot kaarten en de Symboliek. Hij was van mening dat de Tarotkaarten gemaakt waren om ervoor te zorgen dat de mens toegang had tot verborgen bewustzijnslagen en dus op die manier het bewustzijn kon verruimen. En dit is ook precies wat gebeurde bij Paul, want vanaf dat moment begon hij met het horen van zijn “innerlijke stem”.
De belezen Paul was sinds zijn tienerjaren al bekend met de – in die tijd opkomende – “moderne” psychologische theorieën; Sigmund Freud had in 1880 zijn eigen psychiatrische praktijk geopend en publiceerde vanaf dat moment opzienbarende werken over de menselijke psyche, waaronder die over het oedipuscomplex in 1897 en een theorie over hoe dromen te analyseren in 1900. Het populairder worden van werken over psychologie en opkomende interesse in de psychopathologie zorgde er echter ook voor dat Paul zich bewust was van het feit dat het beter was om teveel aan anderen te vertellen over deze “innerlijke” stem. Zelf was hij tot de conclusie gekomen dat het fenomeen zich bij hem anders voltrok dan bij de typische gevallen van psychosen en hij schreef zijn innerlijke stem dan ook toe aan iets dat uit zijn eigen onderbewuste kwam als iets dat samenwerkte met en integreerde in zijn bewustzijn. Bijna gelijktijdig met Carl Jung begon hij met het onderzoeken van (archetypische) beelden en het onbewuste, alleen deed Paul Foster Case dit door zich volledig te richten op de studie van de Tarotkaarten.
Paul zag elke kaart als een afzonderlijk “kanaal” die archetypische energie in het bewustzijn voedde en zo zorgde voor inzichten. Hij zag naast de esoterische aspecten echter ook dat de Tarot een hele grote praktische waarde kon hebben. Dit laatste had hij gemeen met Eliphas Levi, een 19e eeuwse mysticus die hij dan ook graag citeerde:
As an erudite kabbalistic book, and combinations of which reveal the harmonies preexisting between signs, letters and numbers, the practical value of the Tarot is truly and above all marvelous. A prisoner, devoid of books, had he only a Tarot of which he knew how to make use, could in a few years acquire a universal science and converse with unequated doctrine and inexhaustible eloquence”.
Op een dag had hij een droom dat hij een Rabbijn in de 18e eeuw was die een boek over de kabbala aan het lezen was. Dit boek was in het Hebreeuws maar had op elke pagina de Latijnse vertaling ernaast staan. Hij ging op zoek naar dit boek en vond het uiteindelijk ook in een bibliotheek. Paul besefte dat het onvermijdelijk was dat hij zich ook grondig in de Kabbala moest gaan verdiepen en de Hebreeuwse letters zou moeten leren. Vanaf dit moment hield hij een strak regime aan en studeerde elke dag.
Omdat hij voornamelijk geïnteresseerd was in de kabbalistische levensboom, kwam hij al snel in aanraking met de yoga (pranayama) technieken. Pranayama is een yoga techniek waarin het fysieke (hatha) en het meditatieve (Raja) wordt gecombineerd door zich te richten op ademhaling. Paul stortte zich volledig op yoga; Hij hield een strikt vegetarisch dieet aan en experimenteerde met Pranayama om een ander bewustzijnsniveau te bereiken. Dit lukte aanvankelijk ook maar het had een negatief bij-effect: hij kreeg een aantal (paranormale) ervaringen die hij niet onder controle had. Paul trok uiteindelijk de conclusie dat Pranayama – alhoewel het een effectief systeem was om je waarneming en je bewustzijnsniveau te verruimen – “niet geschikt was voor de westerse geest & lichaam”. Hij zag hiervoor meer heil in de Tarot.
Rond 1909/1910 woonde Paul Foster Case in Chicago en verdiende zijn geld met orgeloptredens in theaters. Toen hij een keer op de bus stond te wachten om naar zijn werk te gaan, werd hij aangesproken door een man die hij niet kende maar die alles over hem scheen te weten. De man vroeg hem of hij niet de volgende bus kon nemen omdat hij Paul iets te vertellen had. Als dit in onze huidige tijd zou gebeuren, zou je gelijk weglopen. Maar die tijd was anders; Er was nog geen social media en je werd op straat niet zo vaak aangeklampt met de vraag of je tevreden was met je huidige energieleverancier. Paul ging dus op het verzoek in.
De boodschap die de vreemde man voor hem had kwam hierop neer: Paul was bij een tweesprong in zijn leven aangekomen. Hij kon 2 kanten opgaan. De eerste was blijven doen wat hij nu al deed. hij zou veel optredens krijgen in theaters en ook al zou hij niet wereldberoemd worden, hij zou toch redelijk succesvol worden en een comfortabel, plezierig en bevredigend leven leiden. Op spiritueel gebied zou hij echter blijven steken waar hij nu was en zich niet veel verder meer ontwikkelen. Maar hij kon ook een ander pad gaan bewandelen: zijn spiritualiteit volledig ontwikkelen en een belangrijke rol spelen voor de mensheid en haar evolutie in het Aquariustijdperk dat er aan zat te komen. Maar zijn leven zou zwaar worden! Zorgen, teleurstelling en zelfs armoede stonden hem te wachten. Hij zou zich terug moeten trekken uit de muziek waar hij zo van hield. En als klap op de vuurpijl zou hij geen enkele erkenning of waardering krijgen voor zijn werk.
De vreemdeling sloot af met de mededeling dat hij namens een spirituele leraar sprak, die hem zou helpen. Maar beloften over of Paul zou slagen konden niet worden gedaan. De enige toezegging die Paul kreeg, was dat hij niet van de honger zou omkomen (ook al zou het er soms op lijken). Paul Foster Case was toen 25 jaar en beloofde dat hij het dienen van de mensheid als prioriteit nummer 1 zou beschouwen. De vreemdeling bleek het hoofd chirurgie van een groot ziekenhuis in Chicago te zijn, en ze zouden nog lang vrienden blijven.
Paul zei nog niet direct zijn baan op, maar bleef wel trouw elke dag de Tarot bestuderen en begon zijn ontdekkingen op te schrijven in notitieboeken. Tijdens muzikale tours had hij veel tijd om te lezen, schrijven en reflecteren. Hij begon het werk van bekende occulte schrijvers te lezen (o.a. Eliphas Levi en Papus) maar was niet helemaal tevreden met hun bijdrage aan de Tarot. Hij had het gevoel dat de Hebreeuwse letters en de planeten die door de voorgaande schrijvers waren toegekend aan de grote arcana niet klopte. Reeds voor dat A.E. Waite zijn (inmiddels beroemde) Tarot deck had gepubliceerd had ook Paul ontdekt dat de tarotkaarten VIII en XI eigenlijk omgedraaid moeten worden. Men had in vroegere tijden een aantal Tarot kaarten expres de verkeerde volgorde gegeven omdat men de (esoterische) kennis voor zichzelf wilde houden en Waite had de laatste eruit gepikt. Paul Foster Case schreef hierover het volgende:
“The symbolism of mr. Waite’s pack which has just appeared, set me right about the cards for the signs Leo and Libra and I had no difficulty seeing that his Magician was Mercury, his High Priestess the Moon and his Empress evidently Venus”…..
“I am perfectly sure that in connection with the Hebrew letters, the Tarot keys represent the elements, planets and signs as they are attributed in these lessons” (i.e. artikel van A.E. Waite in “The Occult Review”)


In 1917, toen de USA de eerste wereldoorlog was ingegaan, speelde Paul als organist bij de – in die tijd immens populaire – stomme film. Zijn werk bestond uit het spelen van een openingsstuk waarna een korte variété act volgde. Dan kwam er een polygoon journaal waarna de hoofdfilm startte die hij muzikaal begeleidde. Hij hoefde maar 3 uur per dag te werken en verdiende toch zijn boterham. Ook dit gaf hem weer enorm veel tijd om te besteden in bibliotheken waar hij vol passie naar een “mystieke waarheid” bleef zoeken. Er vulde zich meer en meer notitieboeken. Paul schreef in die tijd ook een aantal artikelen over de Tarot en trok daarmee de aandacht van een aantal bekende (occulte) personen waaronder H.S. Lewis (bibliothecaris van de AMORC) en Michael James Whitty (Archivaris van de Alpha et Omega order, een afsplitsing van de Golden Dawn).
De Golden Dawn was in 1887 gesticht door 3 vrijmetselaars en was een tijd erg populair. Maar na een tijdje viel ze echter uiteen in 3 aparte ordes: De Stella Matutina – onder andere onder leiding van de beroemde schrijver William Butler Yeats – , The Golden Dawn waar Arthur Edgar Waite de scepter zwaaide en de Alpha et Omega met 1 van de oorspronkelijke stichters aan het hoofd: Samuel MacGregor-Mathers. Het is bij deze laatste orde waar Paul zijn werk zou uitbreiden, totdat hij in 1922 The Builders Of The Adytium (B.O.T.A) oprichtte.
Paul Foster Case schreef artikelen in een spiritueel tijdschrift (AZOTH) en een boek over het klassieke kabbalistische systeem: The Book of Tokens. Terwijl alles zijn gangetje ging (ruzietjes binnen de orde, verliefd worden op een medelid) kreeg Paul op een avond opnieuw een uitnodiging van een mysterieuze vreemdeling; Een heerschap die zich meester Rococzy noemde vroeg Paul of hij hem wilde ontmoeten in het Waldorff Astoria hotel. Wie meester R. (zoals Paul hem noemde) precies was is onduidelijk. Maar Paul was ervan overtuigd dat hij 1 van de hoogste adepten in de alchemie was. Iemand die – zoals beschreven in de mystieke legendes – in staat was om zijn bewustzijn zo sterk te maken dat hij deze mee kan nemen door de incarnaties heen. Paul noemde hem zelfs de Graaf van Saint Germain.
Meester R. maakte zelf geen enkele claim op dit gebied, maar bood Paul wel aan om een mystieke training bij hem te volgen. Paul bracht 3 weken intensief door met Rococzy en hoorde van hem dat het belangrijk was om de tarotkaarten te herzien en anderen hierin te onderwijzen omdat het tijd was om meer esoterische kennis – kennis die tot dan toe verborgen was gebleven – vrij te geven aan de mensen. Ook zei Rococzy hem dat Paul niet per se bijzonder was, maar dat er nu eenmaal niemand anders beter was en dat “ze” het maar moesten doen met wat voorhanden was. En omdat in het land der blinden 1-oog koning is, ging Paul aan de slag.
In 1929 publiceerde Paul zijn B.O.T.A. Tarot deck, getekend door Jessie Burnes Parke. Hij bracht veranderingen aan op de designs die eerder gepubliceerd waren door de Golden Dawn en Waite-Smith. De Kabbala speelde een grote(re) rol in zijn Deck.


In de jaren die volgden, corrigeerde hij tevens vele rituelen van diverse ordes en tempels: hij had enkele “fouten” hierin ontdekt en waarschuwde dat het niet zonder gevaar was om alles wat geschreven stond klakkeloos over te nemen en in de praktijk te brengen. Een complete scheiding tussen onbewuste en ego zou zich kunnen voordoen, met desastreuze gevolgen. Als voorbeeld verwees hij naar Aleister Crowley, de zowel beroemde als beruchte Engelse occultist en enfant terrible onder de magiërs van die tijd.
Paul Foster Case schreef veel boeken en gaf ook veel lezingen waarbij hij het publiek op het puntje van hun stoel kreeg. Hij had veel contact met beroemde schrijvers, spiritisten en occultisten van zijn tijd. Onder hen Dion Fortune, Alice Bailey en natuurlijk Edward Waite. Toch is de voorspelling van de vreemdeling bij de bushalte uitgekomen: Paul is zelf nooit “bekend” geworden, heeft tijdens zijn leven vaak de eindjes aan elkaar moeten knopen en heeft ook meer dan drie keer zijn huwelijk op de klippen zien lopen (hij was meerdere malen getrouwd maar het precieze aantal is niet bekend). Toch bestaat de B.O.T.A. nog steeds en wordt zijn werk nog steeds uitgegeven.
In Den Haag is elke laatste zondag van de maand een B.O.T.A Tarot Studiegroep waar iedereen welkom is.
